In Het Huis Der Schande Songtext

Griet De Bock

von Mehr Songtexte

In Het Huis Der Schande Songtext
Als de goede burgers zich naar bed begeven

Na een dagtaak die met ijver werd volbracht

Dan beginnen and're menschen pas te leven

In de rosse wereld van een stad bij nacht

Daar wordt ook gewerkt en eveneens gehandeld
Op een drukke markt van wellust en jolijt

Waar de klant een lichaam kiest

En de vrouw haar ziel verliest

Waar ellende zich vermomt als vroolijkheid



In een weelderig toilet

En met een glimlach zeer coquet

Maar met een gebroken hart

Neem ik deel aan wulpsch vermaak

Val ik bij allen in den smaak
Maar word ik verteerd door smart

Met mijn lippen vurig rood

En met mijn boezem half ontbloot

Ben ik onweerstaanbaar mooi

Maar al zwelg ik in genot

Deerniswekkend is mijn lot:

Ik ben een lichtekooi



In den avond als de heeren binnenkomen

Roept Madame ons naar beneden in 't salon

Gretig worden wij in oogenschouw genomen

En men vraagt: Wat zit er onder die japon?

Dus wij schateren, wij draaien en wij lonken

En wij brengen onze koopwaar aan den man

Somt onthaalt men ons op wijn

Juist alsof wij dames zijn

Maar dat tijdverlies, daar houdt Madame niet van



In een weelderig toilet

En met een glimlach zeer coquet

Maar met een gebroken hart

Neem ik deel aan wulpsch vermaak

Val ik bij allen in den smaak

Maar word ik verteerd door smart

Met mijn lippen vurig rood

En met mijn boezem half ontbloot

Ben ik onweerstaanbaar mooi

Maar al zwelg ik in genot

Hartverscheurend is mijn lot:

Ik ben een lichtekooi



Nu en dan kan een bezoeker mij doen denken

Door een enkel woordje of bepaalden blik

Door zijn snor of door zijn houding bij het schenken

Aan mijn vader of mijn armen Frederik

Ja, dan word ik met een wreeden schok herinnerd

Aan de argelooze jaren van weleer

Maar dat is geschiedenis

En als hij verdwenen is

Ga ik lachend naar den volgenden mijnheer



In een weelderig toilet

En met een glimlach zeer coquet

Maar met een gebroken hart

Stort ik mij in wulpsch vermaak

Val ik bij allen in den smaak

Maar word ik verteerd door smart

Met mijn lippen half ontbloot

En met mijn boezem vurig rood

Ben ik onweerstaanbaar mooi

Maar al zwelg ik in genot

Schier ondraaglijk is mijn lot:

Ik ben een lichtekooi