Vreemde Stad Songtext

Beu

von Mehr Songtexte

Vreemde Stad Songtext
Waar zijn de palen met de pijlen die mij wijzen..

Naar de borden met de namen van de straten waar ik loop.

Waar is de kaart die mij vertelt hoe deze stad heet.

Waar is de stip die mij vertelt waar ik nu sta.


Waar is mijn moeder die mij zegt wat nu de weg is om te gaan.

En ze pakt mij bij de hand en neemt mij mee.

En we lopen en ik loop zonder te kijken waar ik ga.

En het gaat gaat zo vanzelf en ik ren haar achterna.

En we rennen en we springen en ik spring hoog in de lucht.

Waar zijn haar armen om te vangen waar is mijn moeder waar ben ik.



Waar zijn de palen met de pijlen die mij wijzen.

Naar de borden met de namen van de straten waar ik loop.

Waar is de kaart die mij vertelt hoe deze stad heet.
Waar is de stip die mij vertelt waar ik nu sta.



Waar zijn mijn vrienden die zo in mij geloofden.

Geloof in alles wat ik doe en ik doe mee.

En ik doe alles wat je zegt ik geef je alles wat ik heb.

Ik geef je meer als je mij wijs maakt dat dat kan niks is te gek.

En we zingen en we leven en we leven er op los.

Waar zijn mijn roekeloze daden waar mijn vrienden waar ben ik.



Wat is de route hoe ik hier ben aangekomen.

Was ik op weg ergens naar toe of op de vlucht ergens vandaan.

Heb ik geleefd of zomaar liggen dromen.

Waar is de voorgebaande weg die ik moest gaan.

Ik moest en zou wist niet waarom er was geen ander plan in mij.

En zonder na te hoeven denken vloog de tijd aan mij voorbij.

En bracht het onbenoemd geluk het diepverbonden zijn.

De lange zomernachten lang goedkope witte wijn.

Met de tijd aan onze zijde je had aan mij een vriend.

Zonder af te hoeven spreken werd op elke wenk bediend.

Zonder haastig steeds weer kijken naar de gul verspilde tijd.

Vloog de klok door al mijn uren raakte ik mijn richting kwijt.

Bleef ik rennen als bezeten van de liefde in mijn lijf.

Kom ik duizelend tot stilstand al mijn botten stijf.

Kom ik duizelend tot denken kramp in mijn verstand.

Het duizelt van de wegen hier waar ben ik nu beland.



Waar zijn de palen met de pijlen die mij wijzen.

Naar de borden met de namen van de straten waar ik loop.

Waar is de kaart die mij vertelt hoe deze stad heet.

Waar is de stip die mij vertelt waar ik nu sta.

Waar ik nu sta