Heksenlied Songtext
Mijn schoolvriendinnen staan perplex:

Wat hoor ik daar? Ben jij een heks?

Nou ja, dat is toch heel gewoon?

Dat is een vorm van dienstbetoon

De een verdient de kost als non
De ander in haar nachtjapon

Een derde langs de deur met ooft

Maar ik zeg: Satan zij geloofd!



Iedereen betaalt me eens per maand de rekening

Wanbetalers mogen immers nooit meer in de winkel komen

En zo'n handicap is niet gering

Want de burgers loeren zedig door hun luxaflex

Maar ik ben hun toeverlaat bij minnepijn en eksterogen

Ja, ze willen toch wel naar de heks


In Rome woont een pontifex

Die op gezette tijden ex

Catheda met een banvloek smijt

Naar een verdrukte minderheid

Dat is toch alles flauwe kul

Wat gaat dat nou zo'n ouwe mul-

Timillionair in feite aan

Wat hier gebeurt bij volle maan?



Goed, we doen van alles met bezemsteel en zo

Maar je moet de recreatie toch vooral niet overschatten:

Al die kunsten krijg je niet cadeau

Als je mee wil draaien in het magische complex

Moet je al die ingredienten en die toverteksten leren

Zonder studie word je nooit een heks



Een keer gebeurde mij iets geks

Ik was voor 't eerst op zo'n gespreks-

Bijeenkomst op de Kale Berg

Toen zei ik: Jezus! Dat was erg!

Die flater sla ik nou niet meer

Ik ken nou door en door de sfeer

Van zo'n besloten feestgelag

Met kindervlees en wangedrag



Ongetwijfeld lopen wij een zeker brandgevaar

Dat behoort nou eenmaal tot de vele eigenaardigheden

In het vak van zwarte kunstenaar

Mensen vragen dikwijls: Waarom ben je toch een heks?

Wel, het gaat me eigenlijk alleen maar om de..., nee hoor

Om de vrijheid en de maandelijkse cheques