Griet De Bock

Heksenlied
Mijn schoolvriendinnen staan perplex: Wat hoor ik daar? Ben jij een heks? Nou ja, dat is toch heel gewoon? Dat is een vorm van dienstbetoon De een verdient de kost als non De ander in haar nachtjapon Een derde langs de deur met ooft Maar ik zeg: Satan zij geloofd! Iedereen betaalt me eens per maand de rekening Wanbetalers mogen immers nooit meer in de winkel komen En zo'n handicap is niet gering Want de burgers loeren zedig door hun luxaflex SongtexteMaar ik ben hun toeverlaat bij minnepijn en eksterogen Ja, ze willen toch wel naar de heks In Rome woont een pontifex Die op gezette tijden ex Catheda met een banvloek smijt Naar een verdrukte minderheid Dat is toch alles flauwe kul Wat gaat dat nou zo'n ouwe mul- Timillionair in feite aan Wat hier gebeurt bij volle maan? Goed, we doen van alles met bezemsteel en zo Maar je moet de recreatie toch vooral niet overschatten: Al die kunsten krijg je niet cadeau Als je mee wil draaien in het magische complex Moet je al die ingredienten en die toverteksten leren Zonder studie word je nooit een heks Een keer gebeurde mij iets geks Ik was voor 't eerst op zo'n gespreks- Bijeenkomst op de Kale Berg Toen zei ik: Jezus! Dat was erg! Die flater sla ik nou niet meer Ik ken nou door en door de sfeer Van zo'n besloten feestgelag Met kindervlees en wangedrag Ongetwijfeld lopen wij een zeker brandgevaar Dat behoort nou eenmaal tot de vele eigenaardigheden In het vak van zwarte kunstenaar Mensen vragen dikwijls: Waarom ben je toch een heks? Wel, het gaat me eigenlijk alleen maar om de..., nee hoor Om de vrijheid en de maandelijkse cheques Aus Songtexte Mania